Genesis 1 t/m 2 vers 4 - De schepping
Bijbelvertaling 2023 (BV23)
7-9-23, aangepast 14-2-24
Links:
De uitleg van ieder vers en afwijkingen in vertalingen staan onder de teksten!
Genesis 1 - De schepping
De schepping van de hemelen, de aarde en het leven. Veel hedendaagse controverses vinden hier al wortels. Dit hoofdstuk wordt vaak als verhaal of mythe uitgelegd en dan ter kennisneming aangenomen, maar het vormt de basis van de hele Bijbel en de geschiedenis van de mensheid.
1-2 In het begin schiep God de hemelen en de aarde. De aarde was verlaten en leeg en de duisternis lag over het oppervlak van het diepe water. Gods Geest bewoog over de wateren.
3-5 En God zei: "Laat er licht zijn" en het licht was er. God zag het licht en dat het goed was. God scheidde licht en duisternis. God noemde het licht dag en de duisternis nacht. En de avond en morgen waren de eerste dag.
6-8 En God zei: "Laat er een uitspansel zijn in het midden van de wateren, dat scheiding brengt tussen wateren en wateren". En God maakte het uitspansel en scheidde de wateren onder het uitspansel van de wateren daarboven en zo gebeurde het. God noemde het uitspansel 'hemel'. De avond en morgen waren de tweede dag.
9-10 En God zei: "Laten de wateren onder de hemel op een plek samenstromen en laat het droge zichtbaar worden". En dat gebeurde. God noemde het droge 'aarde' en noemde de samengestroomde wateren 'zeeën' en God zag dat het goed was.
11-13 Toen zei God: "Laat de aarde gras voortbrengen, het kruid dat zaad zaait op de aarde en de bomen die vruchten met daarin het zaad van hun soort dragen" en zo ging het. En de aarde bracht gras en kruiden die zaad zaaien voort en bomen met zaaddragende vruchten van hun soort. En God zag dat het goed was. En de avond en morgen waren de derde dag.
14-16 En God zei: "Laten er lichten zijn in de hemelkoepel, om de dag van de nacht te scheiden. Laat ze tekenen zijn voor vastgestelde tijden, seizoenen en jaren. Laat ze als lichten zijn in het uitspansel van de hemel, om licht te geven op de aarde" en zo gebeurde. En God maakte de twee grote lichten, het grote licht om over de dag te heersen en het kleine licht om over de nacht te heersen en ook de sterren.
17-19 En God plaatste ze in het uitspansel van de hemel om licht te geven op de aarde, te heersen over dag en nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. De avond en morgen waren de vierde dag.
20-23 En God zei: "Laat de wateren bewegende levende zielen voortbrengen in overvloed en wat vliegt boven de aarde in de atmosfeer van de hemel vliegen". En God schiep de grote monsters en alle soorten bewegende, levende schepselen die de wateren in overvloed voortbrachten en alles wat vliegt met vleugels naar hun soort: en God zag dat het goed was. God zegende hen en zei: "Wees vruchtbaar en vermenigvuldig je. Vul de wateren van de zee en laat wat vliegt zich vermeerderen op de aarde". En de avond en morgen waren de vijfde dag.
24-25 En God zei: "Laat de aarde levende zielen voortbrengen naar hun soort: tamme dieren, alles wat kruipt op de aarde en de dieren van het land" en dat gebeurde. En God maakte de soorten dieren van het land, de soorten tamme dieren en alle op de aarde rondkruipende soorten en God zag dat het goed was.
26-27 En God zei: "Laten We de mensen maken naar Ons beeld, lijkend op Ons. Laat ze heersen over de vissen van de zee en over wat vliegt aan de hemel, over de tamme dieren, de dieren op het land en over alles wat op de aarde kruipt". En God schiep de mens naar Zijn eigen beeld, Hij schiep hem naar Gods beeld, Hij schiep ze als man en vrouw.
28-30 En God zegende ze en God zei tegen ze: "Wees vruchtbaar en vermenigvuldig. Bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen van de zee, over wat vliegt in de lucht en over elk bewegend dier op de aarde". En God zei: "Kijk, Ik heb je elk kruid gegeven dat zaad zaait en over de gehele aarde groeit. En iedere boom die vruchten met zaad draagt: het zal jullie voedsel zijn. En aan ieder dier van de aarde, alles wat vliegt in de hemel en alles wat met een levende ziel op aarde kruipt, geef Ik alle groene kruiden tot voedsel". En dat gebeurde.
31 En God zag alles wat Hij had gemaakt en zie: het was heel goed. En de avond en morgen waren de zesde dag.
Genesis 2 vers 1-4 - De schepping voltooid
1-2 Zo werden de hemelen en de aarde geschapen en al hun bewoners. Op de zevende dag voltooide God het werk dat Hij had gemaakt en op de zevende dag rustte Hij van al het werk dat Hij had gemaakt.
3 En God zegende de zevende dag en heiligde hem, omdat Hij op deze dag rustte van Zijn gehele werk, dat God door Zijn schepping had gemaakt.
4 Op deze volgorde werden de hemelen en de aarde geschapen, op de dag dat God 'IK BEN' de aarde en de hemelen schiep.
Of lees de uitleg van ieder vers hieronder
Uitleg van Genesis 1 t/m 2 vers 4
1-2 | In het begin schiep God de hemelen en de aarde. De aarde was verlaten en leeg en de duisternis lag over het oppervlak van het diepe water. Gods Geest bewoog over de wateren.
Het woord 'verlaten' komt het dichtst bij de betekenis van het woord in de grondtekst, dat ongeveer 'woestijn' of 'verlatenheid' betekent. In dit geval een woestijn onder het water.
Het 'oppervlak van het diepe water' kan gezien worden als de diepe zee, een soort afgrond onder water.
'Gods Geest' is de vertaling van het woord 'ruach'. Dit woord kent vele betekenissen, zoals 'adem', 'wind' en 'levensgeest'. In dit vers staat het voor de Geest van God. Hij zweefde over de wateren.
In Johannes 1 lezen we dat de wereld door Jezus (Yeshua, het Woord, het Licht) werd geschapen (vers 1-10). Over dit onderwerp valt veel te vertellen, maar dit zal bij de vertaling van Johannes 1 uitgebreider worden besproken.
Afwijkende vertalingen
De meeste vertalingen gebruiken het woord 'zweefde' in plaats van 'bewoog'. Dit is niet echt fout, maar 'bewoog' lijkt nauwkeuriger en wordt ook in de KJV gebruikt. De BB gebruikt het woord 'waaide', wat meer past bij de vertaling 'wind' voor het woord 'ruach'. Er was nog geen wind, dus die kan ook niet hebben gewaaid. De KJV noemt de aarde 'zonder vorm en leeg', wat ook een mogelijke vertaling is.
De NBV en NBV21 spreken hier over een 'oervloed'. Dit suggereert een -misschien onbedoelde- misleidende connectie met de evolutieleer en haar 'oersoep' en laat open of het leven vanuit die 'soep' is ontstaan. De Bijbel is er echter duidelijk over dat God de Schepper is en dat het leven niet uit een oersoep ontstond. Daar er in de grondtekst gesproken wordt over 'wateren' en niet over een 'oervloed', houden we ook gewoon 'wateren' aan. In de NWV wordt het woord 'watermassa' gebruikt.
Wat ook opvalt in zowel de NBV en NBV21, is dat er wordt vertaald met Gods geest en niet Gods Geest (hoofdletter). Dit suggereert dat het niet ging om de Persoon 'Heilige Geest', maar om een soort kracht vanuit God. Dit zou onjuist zijn. Het kan ook zijn dat ze de adem van God bedoelen. Dat is wél een mogelijke vertaling. De Heilige Geest is een Persoon. Later in de Bijbel lezen we onder andere dat Hij tot ons spreekt. Een kracht kan dat niet. Het woord 'ruach' kan wel worden vertaald met 'adem'. Op dit moment zien we als mogelijkheden dat 'ruach' in dit vers zowel de Persoon en 'adem' kan betekenen. Over dit onderwerp valt nog veel te zeggen, maar dat vraagt om een uitgebreid apart artikel. De discussies over dit onderwerp gaan te ver en te diep om ze hier op te nemen.
Kort gezegd:
Je zou in vers 2 dus ook kunnen spreken over 'de adem van God'. Dit is een vertaling die als letterlijke vertaling niet onjuist is. Het lijkt echter logischer dat het om de Geest van "IK BEN" gaat. Feitelijk hoor je deze naam en het woord 'God' zelfs om te draaien, wat deze naam tot gevolg heeft: "IK BEN" God. Het woord 'God' is namelijk eerder een beschrijving dan een naam. In dit hoofdstuk betekent 'Elohim', wat meestal vertaald wordt met 'God', eigenlijk 'de Almachtige God'.
Hoofdletters worden in de grondtekst niet gebruikt, maar in het Nederlands duiden we er het verschil mee aan tussen de Persoon van God, Jezus en de Heilige Geest en de wereldse goden of geesten/sferen.
De Jehova's Getuigen ontkennen de persoonlijkheid van de Heilige Geest in hun Bijbel en zien Hem als een kracht. Ze hebben de vertaling (NWV) daar op aangepast, met de woorden "Gods actieve kracht bewoog ...". Dit is onjuist, want je kunt 'ruach' niet met 'kracht' vertalen.
3-5 | En God zei: "Laat er licht zijn" en het licht was er. God zag het licht en dat het goed was. God scheidde licht en duisternis. God noemde het licht dag en de duisternis nacht. En de avond en morgen waren de eerste dag.
We zien hier al een mooie voorafspiegeling van het verlossingswerk van Christus. Hij is het die ons uit de duisternis leidt naar het licht. De duisternis is niet wat God goed vindt, maar het licht des te meer. Jezus bracht scheiding tussen de duisternis in ons leven zonder God, en licht in ons leven met God.
Afwijkende vertalingen
In alle verzen over de indeling van de dagen, gebruiken de NBV, NBV21, EBV24, KBS, NWV, HB en de BB een afwijkende omschrijving van een dag. De grondtekst spreekt van "de avond en morgen waren de ... dag", maar in deze vertalingen gebruiken ze "Het werd avond en het werd morgen" of een vergelijkbare tekst. Dit is een subtiele maar onjuiste aanpassing. De Bijbelse dag begint namelijk bij zonsondergang en eindigt bij de volgende zonsondergang. De KJV gebruikt de woorden "en de avond en de ochtend waren de ... dag", wat correct is. Ook de SV en HSV gebruiken de juiste volgorde. Veel vertalingen geven een variant aan die bevestigt dat de dag voorbij was met het woord 'geweest'. Dit is een toevoeging die de tekst verduidelijkt.
Volgens de bovengenoemde afwijkende vertalingen begint de dag pas nadat God 'zag dat het goed was' en in feite dus een dag later! Een goede reden hiervoor is lastig te geven. Wil men toewerken naar de zondag als rustdag, in plaats van de Sabbat? Deze loopt namelijk van vrijdagavond tot zaterdagavond. Het blijft gissen. Het blijft echter vreemd en verontrustend. We moeten de Bijbel niet aanpassen aan onze normen en waarden, maar die aanpassen aan de Bijbel.
De overeenkomst in deze afwijking doet vermoeden dat men dezelfde tussenvertaling heeft gebruikt om de tekst te vertalen.
Volgens de NWV begon God het licht te scheiden van de duisternis. Het woord 'begon' is toegevoegd en verandert de tekst. God scheidde licht en duisternis in één keer. De NWV maakt hier echter ten onrechte een lopend proces van.
6-8 | En God zei: "Laat er een uitspansel zijn in het midden van de wateren, dat scheiding brengt tussen wateren en wateren". God maakte het uitspansel en scheidde de wateren onder het uitspansel van de wateren daarboven en zo gebeurde het. God noemde het uitspansel 'hemel'. De avond en morgen waren de tweede dag.
Het uitspansel was een soort koepel tussen de wateren onder en boven dat uitspansel. Blijkbaar was er dus water boven de 'hemel'. Dit kan ook verklaren waarom in het verhaal van de zondvloed de sluizen van de hemel opengingen (Genesis 6:5 t/m 9:25). Die wateren kwamen omlaag!
Afwijkende vertalingen
Andere gebruikte vertalingen met dezelfde strekking, zijn 'koepel' of 'gewelf'. De BB maakt er 'de lucht' van en HB verdeelt de watermassa gewoon tussen hemel en aarde. Deze twee uitleggen zijn erg vrij genomen, waarbij 'lucht' een onjuiste vertaling is. De NWV heeft het over een open ruimte tussen de wateren.
De ESA-3 interlineair-vertaling spreekt over de 'atmosfeer', maar dat lijkt te beperkt. De zon, maan en sterren worden later in dit hoofdstuk in het uitspansel geplaatst, maar deze bevinden zich wel binnen het uitspansel, maar niet binnen de atmosfeer. Hierover later meer bij het verhaal van de zondvloed.
Zie over de dagindeling de info bij vers 3-5.
9-10 | En God zei: "Laten de wateren onder de hemel op een plek samenstromen en laat het droge zichtbaar worden" en dat gebeurde. God noemde het droge 'aarde' en noemde de samengestroomde wateren 'zeeën' en God zag dat het goed was.
Hier lezen we hoe God de wateren laat samenvloeien. Het droge (land) kwam uit het water onder het uitspansel tevoorschijn. Het water daarboven bleef dus aanwezig! Het was één continent dat tevoorschijn kwam! De andere continenten zullen waarschijnlijk zijn ontstaan na en door de zondvloed. De kracht van die watermassa kan goed hebben geleid tot een breuk van het continent.
Het meervoud 'zeeën' duidt niet alleen op de oceaan, maar ook op meren en andere verzamelde wateren. De Hebreeën gebruikten dit woord ook voor deze wateren. (bron: kanttekeningen SV)
Afwijkende vertalingen
De KJV, NBV, NBV21 en HB zeggen in variaties 'dat het droge land zichtbaar wordt'. Dit is correct, waarbij 'land' een verduidelijkende toevoeging is. De NBG51, NBV, NBV21, PCV, NWV en de BB spreken over 'te voorschijn komen' in plaats van 'zichtbaar worden'. Hoewel dit een iets andere zegswijze is, is het resultaat hetzelfde: het droge wordt zichtbaar. De NWV gebruikt als toevoeging het woord 'grond' in plaats van land. Verder maken de NWV, KBS en de BB) van 'wateren' (mv) 'water' (ev). Hetzelfde doen ze met 'zee' in plaats van 'zeeën'. Dit is niet geheel juist, want het gaat over alle wateren en zeeën en dus een meervoud.
11-13 | Toen zei God: "Laat de aarde gras voortbrengen, het kruid dat zaad zaait op de aarde en de bomen die vruchten met daarin het zaad van hun soort dragen" en zo gebeurde. En de aarde bracht gras en kruiden die zaad zaaien voort en bomen met zaaddragende vruchten van hun soort. En God zag dat het goed was. En de avond en morgen waren de derde dag.
Pas in deze verzen wordt er leven geschapen! Er waren op aarde nog geen planten, dieren of wat voor levende wezens dan ook! Geen oersoep, geen eencelligen, geen leven. Wat opvalt is dat de aarde deze gewassen voortbrengt. God geeft de aarde de opdracht om leven voor te brengen. Hij schept de planten (en later de dieren, maar niet de mens) dus via de aarde.
Zie over de dagindeling de info bij vers 3-5.
Afwijkende vertalingen
De NBG51, NBV en NBV21 spreken niet van 'gras', maar van 'jong groen'. De HSV zegt 'groen'. Beide zijn eveneens mogelijk als vertaling. De PCV heeft het over groene planten.
HB heeft het over 'gewassen' en voegt zelfs een zin toe, waarin staat dat de zaden steeds weer planten en bomen voortbrengen.
De KBS zegt dat het land zich moet 'tooien' met jong groen gras.
14-16 | En God zei: "Laten er lichten zijn in de hemelkoepel, om de dag van de nacht te scheiden. Laat ze tekenen zijn voor vastgestelde tijden, seizoenen en jaren. Laat ze als lichten zijn in het uitspansel van de hemel, om licht te geven op de aarde" en zo was het. En God maakte de twee grote lichten, het grote licht om over de dag te heersen en het kleine licht om over de nacht te heersen en ook de sterren.
In deze verzen wordt beschreven hoe God de zon, maan en sterren maakt. Opvallend is dat Hij ze in het uitspansel plaatst. Het woord 'uitspansel' kan dan ook niet 'atmosfeer' betekenen, want zon, maan en sterren staan daarbuiten. De bedoeling van God is duidelijk: de hemellichamen zijn gemaakt voor de aarde! Het is dus niet zo dat de aarde gewoon een willekeurig onderdeel is van een groot heelal.
Het ontzagwekkende evenwicht tussen alle hemellichamen binnen het heelal, duidt dan ook op design en niet op een big bang van 'niets dat ook nog eens ontplofte'. Het was een duidelijk plan! De taak van de hemellichamen was het vastleggen van seizoenen, jaren en vaste tijden. Een plan dus, speciaal gericht op de aarde!
Afwijkende vertalingen
De NBV noemt nog de taak van het aangeven van seizoenen, jaren en dagen, maar NBV21 maakt er botweg "feesten" en jaren van. Ook de KBS doet dit en hieruit blijkt de samenwerking tussen de KBS en de NBV21 weer. Het is echter een foute en bijna banale vertaling en eigen toevoeging, want de lichten werden geschapen voor het vastleggen van seizoenen, jaren en tijden. 'Feesten' komt daar niet in voor. Dat mensen later feesten verbonden aan sterren en jaargetijden en dergelijke, doet daar niets aan af. Het klopt gewoon niet om deze term hieraan te verbinden. Feesten werden later op de seizoenen en tijden gepland, niet omgekeerd.
Het woord 'lampen' in plaats van 'lichten' in deze beide vertalingen is uiteraard ook niet juist en opvallend overeenkomend.
HB voegt de woorden 'zon' en 'maan' toe, als verduidelijking. Deze woorden staan niet in de grondtekst, maar zijn in een dergelijke vrije vertaling te verwachten en te begrijpen. We mogen nooit uit het oog verliezen dat deze vrije vertalingen (HB, BB e.d.) geen echte Bijbelvertalingen zijn, maar eerder vertellingen. Ze bevatten eigen interpretaties en soms onjuiste of gebrekkige vertalingen.
17-19 | En God plaatste ze in het uitspansel van de hemel om licht te geven op de aarde, te heersen over dag en nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. De avond en morgen waren de vierde dag.
God voert Zijn plan uit en plaatst de hemellichamen in het uitspansel. Het uitspansel was dus meer dan alleen de atmosfeer, want ze staan daar ver buiten! De zon, maan en sterren zijn geschapen voor de aarde, zijn dus niet ontstaan uit een big bang en hebben een duidelijke taak die op de aarde gericht is: heersen over dag en nacht en het scheiden van licht en duisternis.
Wanneer je er goed over nadenkt zie je hier ook een connectie met wat Jezus op aarde kwam doen: Hij maakte scheiding tussen licht en duisternis in de geestelijke wereld. Hij noemt Zichzelf het Licht van de wereld! (Johannes 8:12). Door het offer van Jezus kunnen we uit de duisternis van de zonde (van God gescheiden zijn) terugkeren naar het licht (weer bij God thuis horen en dus niet meer van God gescheiden zijn).
Zie over de dagindeling de info bij vers 3-5.
Afwijkende vertalingen
De NWV zegt dat God de hemellichamen plaatste om 'overdag en 's nachts te heersen'. Dit is niet geheel correct. Ze moesten namelijk heersen over dag en nacht, niet gewoon heersen (over alles). De BB en HB vergeten het woord 'heersen' helemaal en maken er van dat ze verschil moesten maken tussen dag en nacht.
20-23 | En God zei: "Laat de wateren bewegende levende zielen voortbrengen in overvloed en wat vliegt boven de aarde in de atmosfeer van de hemel vliegen". En God schiep de grote monsters en alle soorten bewegende, levende schepselen die de wateren in overvloed voortbrachten en alles wat vliegt met vleugels naar hun soort: en God zag dat het goed was. God zegende hen en zei: "wees vruchtbaar en vermenigvuldig je. Vul de wateren van de zee en laat wat vliegt zich vermeerderen op de aarde". En de avond en morgen waren de vijfde dag.
Hier lezen we dat God het waterleven laat voortbrengen door het water. De schepping van deze wezens gaat opnieuw 'via', net zoals bij de planten en later de dieren. Planten en dieren worden door de aarde voortgebracht en zeewezens door het water. Niet helemaal duidelijk is of de atmosfeer de vogels voortbracht. Dit is heel belangrijk: alles wat leeft werd 'via iets' geschapen, behalve de mens! (vers 26-27)
In de SV en de KJV wordt gesproken over walvissen, maar (zee)monsters is een eerlijkere vertaling. Daarom hanteren we dit woord. Of deze monsters alleen walvissen waren, zoals deze vertalingen aanvoeren, is maar de vraag. Ook duidt het niet perse op gruwelijke monsters. Het kan ook 'groot' betekenen. Het zou in principe ook kunnen duiden op bijvoorbeeld zwemmende dieren uit het tijdperk van de dinosauriërs.
Later in de Bijbel wordt ook gesproken over de Leviathan, een zeemonster, zoals in Psalm 74:13-14, Psalm 104:25-26, Job 3:8 en 40:24-25. In bijna alle oude culturen wordt veelvuldig gesproken over zeemonsters, waaronder bij een aantal ook over de Leviathan. Je kunt je afvragen wat de draken uit de wilde verhalen van vroegere tijdperken waren. Het kunnen verhalen zijn die hun oorsprong hebben in de tijd dat mensen en sauriërs samen op aarde rondliepen. Voor dit alles is echter (nog) geen bewijs.
Afwijkende vertalingen
Zie over de dagindeling de info bij vers 3-5.
De SV noemt de grote zeemonsters 'walvissen'. Dit lijkt echter te beperkt. De andere vertalingen hebben het over grote zeedieren, zeemonsters en (zee)gedrochten. Dit lijkt allemaal correct en heeft ongeveer dezelfde betekenis.
24-25 | En God zei: "Laat de aarde levende zielen voortbrengen naar hun soort: tamme dieren, alles wat kruipt op de aarde en de dieren van het land" en dat gebeurde. En God maakte de soorten dieren van het land, de soorten tamme dieren en alle op de aarde rondkruipende soorten en God zag dat het goed was.
De dieren werden door God geschapen, maar door de aarde voortgebracht (in opdracht van God). Zie hiervoor de uitleg bij vers 20-23. De woorden 'tamme dieren' staan eigenlijk voor 'beesten'. Daarmee worden echter de gedomesticeerde dieren bedoeld, dus tamme beesten, zoals koeien, schapen etc.
Het is opvallend dat al bij de schepping wordt gesproken over tamme dieren, naast dieren van het land. Die laatste soorten zou je wilde dieren kunnen noemen, al waren er in het begin geen jagende soorten, wat blijkt uit de omschrijving van voedsel in eerdere verzen.
'Alles wat kruipt op de aarde' gaat over alle niet genoemde kleinere dieren, niet perse alleen insecten. Denk bijvoorbeeld ook aan muizen of andere kleine kruipers.
Heel belangrijk is dat in dit vers duidelijk wordt gemaakt dat er soorten werden geschapen. Vanuit die soorten ontwikkelden zich varianten, maar ze blijven altijd een onderdeel van een soort. Dit in tegenstelling tot wat de evolutieleer beweert.
Afwijkende vertalingen: De meeste vertalingen spreken hier over 'vee' en 'wilde dieren'. 'Vee' is echter te beperkt. Het gaat hier over gedomesticeerde dieren, dus ook andere tamme dieren. De kanttekeningen bij de SV zijn hier wat onduidelijk. Daar wordt gezegd: "alle tamme, viervoetige dieren, onder de mensen verkerende en hun tot dienst, voedsel en kleding strekkende”. Dit kan kloppen, mits het alleen gaat om melk en wol. Slachten werd namelijk nog niet gedaan omdat de dood er nog niet was. En kippen lopen bijvoorbeeld op twee poten.
De 'wilde dieren' zijn feitelijk dieren die niet gedomesticeerd zijn, maar gewoon in de natuur wonen, op het land, en dus vrij rondlopen.
De BB gaat helaas richting de niet-Bijbelse evolutieleer, door te zeggen dat God wil dat er allerlei dieren 'uit de aarde ontstaan'.
26-27 | En God zei: "Laten We de mensen maken naar Ons beeld, lijkend op Ons. Laat ze heersen over de vissen van de zee en over wat vliegt aan de hemel, over de tamme dieren, de dieren op het land en over alles wat op de aarde kruipt". En God schiep de mens naar Zijn eigen beeld, Hij schiep hem naar Gods beeld, Hij schiep ze als man en vrouw.
De schepping van de mens! Een zeer belangrijk deel van de tekst! Het is duidelijk dat God de mens schiep naar Zijn beeld en dat de mens op Hem lijkt. Het wordt in vers 27 nog eens onderstreept dat de mens naar Gods beeld is geschapen. Bovendien schiep God de mens als man en vrouw! Hierover ontstaan vaak misverstanden, namelijk dat God zowel man en vrouw zou zijn, maar dat staat hier niet. God schiep de mens naar Zijn beeld en Hij schiep de mens als man en vrouw!
Het zal uit dit vers duidelijk zijn dat de discussie over genderdiversiteit, niets te maken heeft met hoe God het heeft geschapen. God schiep geen 'Het', 'Die' of hoe iemand zich ook voelt of wil noemen: er zijn maar twee genders bij de mens: man en vrouw!
De gedachte van vele genders is opnieuw een poging om Gods orde schade toe te brengen. Je bent een man of je bent een vrouw. Het bestaan van vele genders is een hype, die wordt aangewakkerd door een wereld die van God los is. Uiteraard zijn er uitzonderlijke gevallen waarin het geslacht lichamelijk gezien niet duidelijk is, dit zou een gevolg kunnen zijn van de zondeval, waarna de mens begon te sterven en er afwijkingen in zijn genen ontstonden. Dit uit zich onder andere in allerlei ziekten en uiteindelijk de dood.
Deze uitleg is niet bedoeld om mensen te kwetsen of oordelen. We kijken er gewoon met een eerlijke blik op de Bijbel naar. Er zijn mensen die zich echt anders voelen qua gender. Dat moet heel lastig en moeilijk zijn. Daarom willen we in de toekomst een artikel over dit controversiële onderwerp uitbrengen.
We zien ook iets anders opvallends: de mens kwam niet voort uit de aarde of zee, zoals al het andere leven dat daarin gelegd was, maar werd direct door God geschapen! Dit boort meteen de theorie de grond in dat de mens af zou stammen van de apen! We zijn niet afkomstig van een 'moeder aarde' (het aanbidden van 'moeder aarde' is een religie waarbij de aarde de afgod is), maar direct geschapen door God! We zijn dus niet gelijk aan de dieren.
De mens krijgt een specifieke taak, namelijk 'heersen' over de aarde en wat daarop leeft. Dit heersen is niet uitbuiten, maar beheren. Het is een taak om de aarde en het leven daarop te onderhouden. We hebben dus wel degelijk de zorg voor het milieu en de dieren, maar stammen niet van hen af, wat vaak wordt beweerd.
Afwijkende vertalingen
Veel modernere vertalingen (NBV, EBV24, HSV) vervangen de woorden 'man en vrouw' voor 'mannelijk en vrouwelijk'. Dit lijkt opnieuw een concessie aan de hedendaagse trend van diversiteit. Door deze verandering zou je kunnen accepteren dat een man zich vrouw voelt en omgekeerd. God schiep echter man en vrouw naar Zijn beeld. Hij schiep geen andere variaties! De waarheid is hier heel duidelijk. De gedachte aan andere mogelijkheden zullen dus ook niet van God komen. Verder zie je in deze vertalingen dat de tekst over man en vrouw wordt samengetrokken met de mens naar Gods beeld, alsof Gods beeld mannelijk en vrouwelijk is. Dit is echt een dwaling. God schiep de mens naar Zijn beeld en de mens als man en vrouw.
Het is gevaarlijk om de Bijbel aan te passen aan de trend van vandaag. Daardoor raakt de mens los van zijn fundament en wordt de dwaling al snel groter. Een dwaling zal steeds nieuwe dwalingen noodzakelijk maken om de oude te ondersteunen. Opvallend is verder dat de HSV hier afwijkt van de originele SV en dat de -toch vaak van de grondtekst afwijkende- NWV hier juist goed zit. Ook de BB en HB hebben hier de juiste keuze gemaakt.
28-30 | En God zegende ze en God zei tegen ze: "Wees vruchtbaar en vermenigvuldig. Bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen van de zee, over wat vliegt in de lucht en over elk bewegend dier op de aarde". En God zei: "Kijk, Ik heb je elk kruid gegeven dat zaad zaait en over de gehele aarde groeit. En iedere boom die vruchten met zaad draagt: het zal jullie voedsel zijn. En aan ieder dier van de aarde, alles wat vliegt in de hemel en alles wat met een levende ziel op aarde kruipt, geef Ik alle groene kruiden tot voedsel". En dat gebeurde.
God zegent de mensen en geeft ze de opdracht om de aarde te bevolken. Hij verduidelijkt nog eens de opdracht om de aarde en alles wat daarop leeft, te beheren. De eerste mensen kregen geen vlees te eten. Dat kwam pas na de zondeval en de intrede van de dood! Ook de dieren aten dus geen vlees! Dit is echter geen oproep om dan maar allemaal vegetariër te worden, want de zondeval (later in Genesis) heeft alles veranderd. God stelde voor alle diergroepen en ook voor de mens een goede en overvloedige voedselbron vast. Er was geen honger!
Afwijkende vertalingen
De BB drukt de opdracht om de aarde te bevolken wel erg plat uit: "Krijg veel kinderen, zodat er heel veel mensen komen". Dat had wel wat subtieler uitgedrukt kunnen worden. Ook verandert het woord 'heers' bij deze vertaling in 'zorg voor', wat deels correct is, maar uitgaat van onderdanigheid en dat is geen heersen.
De NBG51, KBS, NBV, NBV21, HSV en NWV gebruiken 'en wordt talrijk', wat een iets afwijkende betekenis heeft, al is het verschil klein.
31 | En God zag alles wat Hij had gemaakt en zie: het was heel goed. En de avond en morgen waren de zesde dag.
God kijkt nog eens naar alles wat Hij heeft gemaakt en is heel tevreden. De schepping was perfect! Daarmee is de aarde in zes dagen geschapen en ingericht. Het is voor velen moeilijk te begrijpen dat dit letterlijke dagen waren, maar er is geen enkele reden om daaraan te twijfelen. Zou een God die werkelijk de hemelen en aarde maakt, met alles wat daarin en op leeft, dit niet in zes dagen kunnen?
Er zijn groeperingen die krampachtig proberen de evolutieleer en andere ideeën over het ontstaan van de aarde, met de Bijbel in overeenstemming te brengen door de dagen over tijdperken uit te smeren. Die pogingen zijn echter allen gedoemd te mislukken. Alleen al de teksten zoals "En de avond en morgen waren de zesde dag" wijzen op concrete dagen. Hierover hopen we nog eens een goed artikel uit te brengen.
Afwijkende vertalingen
Zie over de dagindeling de info bij vers 3-5.
Genesis 2 vers 1 t/m 4
1-2 | Zo werden de hemelen en de aarde geschapen en al hun bewoners. Op de zevende dag voltooide God het werk dat Hij had gemaakt en op de zevende dag rustte Hij van al het werk dat Hij had gemaakt.
God heeft de schepping voltooid en rust van zijn werk. Het woord dat wordt vertaald met 'rustte' is het woord dat wij kennen als 'sabbat'. Je kunt deze rust ook uitleggen als het beëindigen van het scheppingswerk. God legt het werk dus neer. Uit deze tekst is de rustdag voortgekomen, die loopt van zonsondergang op vrijdagavond tot zonsondergang op zaterdagavond. De kerk heeft later de zondag benoemd als rustdag, maar dat is niet Bijbels. Het religieuze aspect van de sabbat is pas later toegevoegd. Feit is dat is gebleken dat de mens die rustdag echt nodig heeft. Pogingen om over te gaan tot een tiendaags werkweek faalden compleet en leidden tot uitputting en onrust. Mensen floreren veel meer wanneer ze één dag in de week echt rust nemen!
Bewoners | We hebben gekozen voor 'bewoners' omdat dit het dichtst bij de betekenis in deze context lijkt te liggen. De bewoners van de aarde en de hemelen. Het woord 'heer' of 'heir' is in deze tijd niet duidelijk meer.
Afwijkende vertalingen
De EBV24, SV en HSV gebruiken voor ons woord 'bewoners' de term 'legermachten'. Dat is een correcte vertaling van het woord 'tsaba' in de grondtekst. De context maakt echter duidelijk dat met dit woord alle levende wezens op de aarde en in de hemelen wordt bedoeld. De NBG1951 en PCV gebruiken het woord 'heer' of 'heir'. Deze term is correct en betekent hetzelfde, maar veel mensen kennen de term niet meer.
De NBV, NBV21 en Basisbijbel veranderen hier compleet de betekenis en gebruiken de woorden 'in al hun rijkdom'. Dat betekent echt iets anders dan wat de grondtekst aangeeft. Het Boek spreekt over 'alles wat leeft'. Dit lijkt te ver gegrepen, want nergens blijkt dat het woord ook over het plantenleven of de natuur zelf gaat. Het woord in deze tekst duidt op de levende wezens op aarde en in de hemelen. Het 'leger' in de hemelen zijn de engelen en het 'leger' op de aarde zijn de levende wezens op aarde. De mens kreeg daarbij de opdracht om te heersen over de aarde (Genesis 1: 26-28).
3 | En God zegende de zevende dag en heiligde hem, omdat Hij op deze dag rustte van Zijn gehele werk, dat God door Zijn schepping had gemaakt.
Nadat God de aarde en hemelen in zes dagen heeft geschapen, rust Hij op de zevende dag. Alle werken waren voltooid en de schepping was compleet. God zet die dag apart als rustdag. 'Heiligen' betekent 'apart zetten'. Dit betekent dat deze dag een speciale plek krijgt. Het is een dag om uit te rusten van je werk. Religie vormde deze dag later om tot een soort plicht, maar schiet daarmee het doel voorbij. Wel werd de sabbat ingesteld in de Joodse wet, maar de vele verplichtingen en verboden zijn later toegevoegd. God zegende de dag als rustdag, niet als religieus offer.
Jezus Zelf zei over de sabbat (de rustdag): de sabbat is er voor de mens, de mens niet voor de sabbat (Mattheüs 2:27). Dit staat haaks op het wettische idee van niets mogen doen op de rustdag. Opvallend is dat mensen (en zelfs dieren) beter gedijen wanneer ze inderdaad een dag per week rust krijgen. De 10-daagse werkweek uit de Franse revolutie (Jacobijnse kalender) bleek onhoudbaar. Eén dag vrij in tien dagen was gewoon te weinig.
Afwijkende vertalingen
De SV gebruikt hier 'om te volmaken' aan het eind van het vers. Dit is ook een mooie omschrijving. De grondtekst spreekt hier over 'maken' in de breedste zin van het woord, dus alomvattend.
De EBV24 deelt vers 4 in twee stukken en plakt het eerste deel aan vers 3. Hoewel de versnummers (die later zijn toegevoegd aan de tekst) niet heilig zijn en ook wij verzen groeperen, is deze verdeling geen verbetering te noemen. Vers 4 wordt nu erg onvolledig. Ook de vertaling zelf is onjuist en zelfs een beetje misleidend qua betekenis. Er wordt gesproken over de geboortegeschiedenissen van de hemelen en de aarde, maar de hemelen en de aarde zijn niet geboren, maar geschapen. De vertaling lijkt op deze manier een concessie aan de evolutieleer. Geboorte komt ergens uit voort, maar een schepping is nieuw!
De NBV en NBV21 geven een versimpelde vertaling van dit vers. Deze is weliswaar prettiger te lezen, maar de genoemde volmaaktheid/volbracht hebben van de schepping is niet terug te vinden. De woorden "rustte Hij van heel zijn scheppingswerk" geven niet aan dat die schepping volbracht was, maar dat God rustte over wat Hij al geschapen had. Er zou dus nog meer kunnen komen.
4 | Op deze volgorde werden de hemelen en de aarde geschapen, op de dag dat God 'IK BEN' de aarde en de hemelen schiep.
Hier wordt duidelijk dat hoofdstuk 1 en de eerste vier verzen van hoofdstuk 2 de chronologische volgorde van de schepping was. Dit in tegenstelling tot de rest van het tweede hoofdstuk van Genesis. Het is de beschrijving van de schepping.
In de rest van dit hoofdstuk is het onderwerp een omschrijving van de schepping, de aanleg van de hof van Eden en de beschrijving van de schepping van de mensen.
Deze twee 'versies' van de schepping worden vaak aangehaald om de Bijbelse waarheid te ondergraven. Dat is echter een drogreden, want het zijn simpelweg twee verschillende benaderingen van de schepping: de chronologische volgorde van de schepping en de omschrijving van de schepping, de hof van Eden en de mensen.
Afwijkende vertalingen
In de EBV24 is het eerste deel van dit vers vastgeplakt aan vers 3. Dit deel ontbreekt in deze vertaling dus bij vers 4. Daardoor komt vers 4 wat vreemd en onvolledig over. Zie de info bij vers 3 over deze afwijkingen in de EBV24. De NBV en de NBV21 wijken hier van elkaar af. Waar in de NBV nog ten onrechte wordt gesproken over het 'ontstaan' van de hemelen en aarde (evolutie), gaat de NBV21 terug naar de correcte vertaling en gebruikt weer het woord 'schepping'. De NBV knipt dit vers in stukken en plakt de tweede helft aan vers 5. In de NBV21 is dit niet het geval.
Zowel de NBV, NBV21, NBG1951, de Basisbijbel en de PCV spreken over 'hemel' in enkelvoud. Het correcte woord is 'hemelen' in meervoud.
De PCV gebruikt 'Jahweh God' en de NWV zegt 'Jehova God', waar de andere vertalingen een variant van de woorden 'HEER God' gebruiken. De variant van 'HEER' staat hier voor de naam van God, waarvan men sinds ongeveer het begin van onze jaartelling (ten onrechte) meent dat die niet mag worden uitgesproken. Wij kiezen voor de titel en de vertaling van de naam: God "IK BEN". God gaf aan Mozes de naam "IK BEN" mee om aan de Israëlieten te verkondigen. Zie voor meer informatie het artikel over de Naam van God. Daar staat ook info over de namen 'Jahweh' en 'Jehova'.
Gebruikte afkortingen
SV = Statenvertaling (GBS)
HSV = Herziene Statenvertaling
NBG51 = Ned. Bijbelgenootschap 1951
KBS = Katholieke Bijbelst. versie 1975
PCV = Petrus Canisiusvertaling
NBV(21) = Nieuwe Bijbelvert.(04 en 21)
HB=Het Boek
BB = Basis Bijbel
EBV24 = Evangelische Bijbelvert. 2024
KJV = King James Version
NWV = Nieuwe Wereldvert. 2017 (Jehova's)
De grondtekst is uit de ISA3, de Interlineair Scripture Analyzer 3.0.2.
Dit zijn de meest gebruikte vertalingen. De KBS gaf in 1995 een nieuwere versie uit, maar die is alleen tegen betaling leesbaar en dat past niet bij onze principes van het vrije Woord van God, dus hebben we die niet gebruikt. De Nieuwe Wereldvertaling van de Jehova's Getuigen hebben we er wel bij gepakt, om duidelijk te maken waar deze bewust lijkt af te wijken van de grondtekst ter aanpassing aan die leer. Deze nemen we op ter waarschuwing.
Verschillen, verkeerde interpretaties en fouten in vertalingen zijn desastreus voor de betrouwbaarheid van de Bijbel. Ze kunnen verwarren en ontmoedigen voor wie juist de waarheid zoeken. We willen God laten kennen zoals Hij is, niet zoals religies denken dat Hij is. We vallen geen andere vertalingen en vertalers aan, maar willen zoutend zout zijn en terug naar Gods Woord. Over de diverse vertalingen, hun afwijkingen en oorsprong verschijnt over enige tijd een artikel!
Over Genesis 1 t/m 2 vers 4
De schepping van de hemelen, de aarde en het leven. Veel hedendaagse controverses vinden hier al wortels.
Dit hoofdstuk wordt vaak als verhaal of mythe uitgelegd en dan ter kennisneming aangenomen, maar het vormt de basis van de hele Bijbel en de geschiedenis van de mensheid. Het is dan ook niet verbazend dat juist in de eerste hoofdstukken van de Bijbel veel kleine veranderingen zijn binnengekropen, soms moedwillig en soms om religieuze of emotionele redenen. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan de zondag in plaats van de sabbat, de plaats van de mens ten opzichte van natuur en dieren, de genderdiscussie, de dagindeling etc.
De waarheid van de Bijbel is echter onveranderlijk. Zodra een tekst wordt gewijzigd, weggelaten of verkeerd uitgelegd, werkt dat door in de hele Bijbel! Dat dit toch is gebeurd kan verschillende redenen hebben:
- Religie (kerken, stromingen, sekten) kan in het verleden tekst hebben aangepast om 'in het straatje te passen'.
- De Wetenschap kan teksten hebben aangepast om de Bijbel op de wetenschapsideologie aan te sluiten.
- Verkeerde interpretatie door goedbedoelde, maar (deels) foute of verkeerde uitleg in andere media.
Er zullen nog meer redenen zijn, maar die worden, mochten we ze tegenkomen, later toegevoegd of bij de tekst zelf vermeld. Om deze reden plaatsen we informatie over een aantal afwijkende vertalingen bij de uitleg van ieder vers.
Opmerking: Ook wij zijn niet perfect! Geef fouten en andere meningen dan ook door, opdat we daarop kunnen inspelen.
Reageren
We experimenteren met de optie om te reageren. Opbouwende kritiek is zeker welkom! Reacties worden eerst gecontroleerd voordat we ze plaatsen, dit om spam en onzinnige reacties te blokkeren. Ook reacties met schunnige taal, schelden, discriminatie en andere kwetsend bedoelde inhoud worden niet geplaatst. Het in te vullen emailadres wordt niet zichtbaar geplaatst!
Vanwege ons kleine team kan het tot enkele dagen duren voordat een reactie zal verschijnen. We vragen daar begrip voor.
Reactie plaatsen
Reacties
Super geschreven, ga alstjeblieft zo door!